Meer duidelijkheid over de afbouw van de salderingsregeling

Vorig jaar april werd bekend gemaakt dat de salderingsregeling voor kleingebruikers zal gaan veranderen. Tot 1 januari 2023 verandert er niets voor de zonnepanelenhouders. Daarna wordt de saldering ieder jaar minder, totdat uiteindelijk in 2031 er helemaal geen saldering meer plaatsvindt. In de afgelopen maand is er meer duidelijkheid gekomen over de manier waarop de afbouw plaatsvindt.

In een brief die minister Wiebes op 30 maart jl. publiceerde, is het duidelijk geworden hoe de afbouw van de salderingsregeling in zijn werk gaat. In een periode van 10 jaar, vanaf 1 januari 2023 tot 1 januari 2031, gaat de salderingsregeling van 100% naar 0%. Dit zal de eerste 9 jaar lineair dalen, tot in het laatste jaar de resterende 28% zal verdwijnen. Dit is gunstiger dan het verwachte traject, welke in het wetsvoorstel van 28 oktober 2019 openbaar werd gemaakt. Zie onderstaande tabel.

Percentage salderingsregeling Definitieve daling (30 maart 2020) Eerst indicatie  (28 oktober 2019)
2021 100% 100%
2022 100% 100%
2023 91% 89%
2024 82% 78%
2025 73% 67%
2026 64% 56%
2027 55% 45%
2028 46% 34%
2029 37% 23%
2030 28% 11%
2031 0% 0%

Het causale verband van de minder snelle afbouw is dat zonnepanelenhouders nog een aantal jaren relatief veel kunnen salderen van de terug geleverde stroom.

Voor het deel van de opgewekte energie waarover de salderingsregeling niet meer mag worden toegepast zal de eigenaar van zonnepanelen een vergoeding van de energieleverancier ontvangen.

Redelijke vergoeding terug geleverde stroom

Hoewel de salderingsregeling wordt afgebouwd, heeft minister Wiebes aangegeven een redelijke prijs te willen waarborgen voor de door de consument aan het net geleverde energie. Hierdoor zal de terugverdientijd voor investeringen in zonnepanelen op peil kunnen worden gehouden.

Als voornemen heeft de minister aangegeven een vergoeding van minimaal 80% op de terug geleverde stroom vast te willen stellen. Het concrete tarief van de vergoeding verschilt per consument, afhankelijk van het leveringstarief dat is afgesproken met de energieleverancier.

Op termijn zal hier sprake zijn van marktwerking en kan de consument zelf bepalen tegen welke prijs de zelf opgewekte energie zal worden verkocht.

Wat betekent dit voor uw terugverdientijd?

Met een ongewijzigde salderingsregeling zou, volgens de Rijksoverheid, de stimulering van zonnepanelen te hoog worden. De terugverdientijd kan dan nog vóór 2030 naar minder dan 5 jaar gaan. Dit zal voor de overheid een te grote kostenpost zijn.

De definitieve afbouw van de salderingsregeling zal volgens minister Wiebes een terugverdientijd van tussen de 7 en 9 jaar opleveren. Het merendeel van de huishoudens is bereid in zonnepanelen te investeren bij een terugverdientijd tussen de 5 en 9 jaar, aldus de minister. Dit is in lijn met de veranderingen die nu worden gemaakt aan de salderingsregeling. Dit kunt u in het figuur hieronder zien. ¹

saldeer regeling

Bron: TNO

Conclusie

De salderingsregeling zal minder snel afbouwen dan in eerste instantie verwacht. Dit is belangrijk voor iedereen die zonnepanelen bezit of gaat aanschaffen. De terugverdientijd zal onder de 9 jaar blijven, mede omdat er een minimum van 80% op het tarief van de terug geleverde stroom wordt gezet. Dit is goed nieuws voor de zonnepanelenbranche.

We zullen u op de hoogte blijven houden.

¹ rekenmodel terugverdientijd van het TNO.